Walvis & co. De illustraties van Annemarie van Haeringen
van
tot
Annemarie van Haeringen groeide op tussen twintig katten, drie honden, een pony, konijnen, hazen, schildpadden, muizen, kikkers, kippen… Geen wonder dat ze een voorliefde voor dieren heeft in haar prentenboeken. Zo is Sneeuwwitje uit Sneeuwwitje breit een monster één van haar geiten. Niet verwonderlijk dan dat Villa Verbeelding (toen nog onder de naam Literair Museum) ruime aandacht gaf aan haar dierenillustraties en haar talrijke prentenboeken met beestige hoofdrollen. Die maakten van het museum een ware Literaire Dierentuin.
De prentenboeken van Annemarie van Haeringen, zowel die ze zelf schrijft als die ze illustreert bij tekst van andere auteurs, vallen op. Door een heel kenmerkende eigen stijl zijn alle boeken met haar illustraties meteen herkenbaar. Grote prenten met sobere en speelse tekeningen, rustige en doordachte kleurvlakken vol beweging, heldere en duidelijke beelden. Haar techniek is divers: ze maakt vooral gebruik van aquarel, maar ook van ecoline of kleurstiften, ze hanteert zowel inkt als potlood. Ze past haar techniek aan aan het onderwerp: voor De tuin van de walvis bijvoorbeeld, dat veel in- en onderwaterscènes heeft, vloeien inkt, verf en ecoline in elkaar over, wat Annemarie "nat-in-nat werken" noemt. Met het uitlopen van de aquarellen krijgen de tekeningen een dynamisch en levensecht gevoel vol warmte en actie. Van Haeringen is niet bang voor felle kleurcontrasten en grote kleurvlakken. Zo komen haar tekeningen nog beter uit. Voor De parkiet, de zeemeermin en de slak gebruikte ze dezelfde kleuren Linel gouache die Matisse gebruikte: “Tot mijn grote verbazing kon ik dat merk nog krijgen.”
In de grote kamer van Villa Verbeelding kon je Annemies dierentekeningen bewonderen, samen met enkele schetsboeken en storyboards. In de aangrenzende kleine kamer kwam haar meer sprookjesachtige werk tot zijn recht, tot leven gebracht door uiteenlopende personages, van prinsessen tot heksen. Zo mogelijk spreken deze haar lezers nog meer aan. “Dat prentenboeken een heel diepe indruk kunnen maken, moet je niet onderschatten”, zegt ze. “Als ik weleens hoor dat kinderen een van mijn boeken mee naar bed willen nemen en het steeds weer opnieuw willen horen, totdat die ouders er helemaal gestoord van worden, denk ik: goed zo, dat is wat ik wilde!”
Annemarie van Haeringen (°1959 Haarlem) volgde in Tilburg een lerarenopleiding tekenen en handvaardigheid, maar besloot zich op de Rietveld Academie te bekwamen in illustratie om na haar afstuderen in 1983 als zelfstandig illustrator van kinder- en jeugdboeken aan de slag te gaan. In 1986 verscheen haar eerste boek Kattesprongen en reuzestappen dat zich bij het tijdschrift Bobo liet opmerken tot een Pluim van de maand. Ze werd een door uitgevers (vooral Lemniscaat en Leopold) en auteurs veelgevraagd illustrator. In 1990 verschenen de eerste delen van de reeksen De boze heks (op tekst van Hanna Kraan) en Roosmarijn (tekst van Lydia Rood).
De reeks waarvoor ze vandaag nog het bekendst is, is Kleine Ezel. In 2000 verscheen het gelijknamige prentenboek van auteur Rindert Kromhout, met wie ze al eerder samenwerkte. Later zou Annemarie van Haeringen nog meer Ezel-boekjes maken. Kleine Ezel en jarige Jakkie (2001) won een Oostenrijkse Kinder- en Jeugdboekenprijs. In 1996 mocht zij voor de Kinderboekenweek het prentenboek De koning bakt een huis maken, over een pad zonder schild. In 2007 deed ze dat weer, ditmaal met Tonke Dragt, wat Wat niemand weet opleverde, over zee-eenhoorns of narwals. Dat niet enkel dieren haar inspireren bewijst De kleine jager, dat gebaseerd is op een reis door Kenia, of De boom en het meisje na een reis naar Nicaragua. In 2000 maakte ze met Sjoerd Kuyper het Kinderboekenweekgeschenk Eiber! Tussen 1994 en 2003 vulde ze haar oeuvre aan met filmpjes voor de VPRO naar de dieren-verhalen van Toon Tellegen, wiens Plotseling ging de olifant aan ze illustreerde in 2004. Afgelopen jaar verscheen bij Querido Tellegens De tuin van de walvis met tekeningen van Annemarie van Haeringen, waarvan er op de expo te zien zijn. “De verhalen van Toon Tellegen raken bij mij een snaar: je wordt meegevoerd naar een wereld waar je graag wil zijn.”